De provincie zet in op het beperken van de gezondheidsschade aan mens en natuur door luchtverontreiniging en geurhinder en hierdoor bij te dragen aan een gezonde woon- en leefomgeving. Het luchtkwaliteitsbeleid van de provincie richt zich erop om samen met andere partijen in elk geval aan de wettelijke Europese luchtkwaliteitseisen blijven voldoen.
Binnen het Schone Lucht Akkoord wordt samen met andere overheden en maatschappelijke partijen gewerkt aan en verdere verbetering van de huidige luchtkwaliteit.

• Mede in het kader van het Schone Lucht Akkoord wordt binnen het Programma Luchtkwaliteit een impuls gegeven aan het realiseren van de WHO-advieswaarden. Ook wordt aandacht besteed aan brongericht stikstofbeleid en emissies Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) naar lucht. De uitwerking hiervan heeft een sterke relatie met inzet vanuit energietransitie en schone mobiliteit en zal in samenhang plaatsvinden.
• Blijvende inzet op het tegengaan van uitstoot schadelijke stoffen door varend ontgassen van binnenvaart.

Maatschappelijk gewenste ontwikkelingen moeten kunnen plaatsvinden terwijl tegelijkertijd de inwoners beschermd worden tegen geluidhinder. De provincie streeft naar het integreren van haar wettelijke geluidtaken in de provinciale kerntaken ruimte, economie en bereikbaarheid.
De provincie is wettelijk verantwoordelijk voor geluid als gevolg van verkeer op provinciale wegen, voor vergunningverlening, toezicht en handhaving van geluid bij bedrijven met een provinciale vergunning (op grond van de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht) en voor het aanwijzen van stiltegebieden. De inzet is gericht op het voorkomen en verminderen van geluidhinder door weg-(en rail) verkeer, luchtvaart en industrie (zonering en vergunningverlening).

• De provincie wil een integraal geluidkader ontwikkelen, inclusief een klachtengerelateerde benadering.
• Het Actieplan Geluid 2018-2023 langs provinciale wegen wordt conform planning uitgevoerd.
• Het geluidmanagement in het Haven- en Industrieel Complex wordt geactualiseerd.
• De provinciale inzet is gericht op verbetering van de geluidwetgeving (SWUNG2) met o.a. een geluidregister als fijnmazig systeem van geluidproductieplafonds langs alle provinciale wegen.
• Het provinciale beleid richt zich op het optimaliseren van efficiënt ruimtegebruik op industrieterreinen gekoppeld aan geluidruimteverdeling.

Het is de uitdaging om verschillende maatschappelijke ambities in Zuid-Holland, zoals bijvoorbeeld de verstedelijkingsopgave en de energietransitie zodanig vorm te geven dat hiermee ook een gezonde en veilige leefomgeving mogelijk blijft en de mensen zich ook veilig voelen en veilig blijven.
De provincie heeft als doel een veiliger Zuid-Holland door de kans te minimaliseren dat grote groepen mensen slachtoffer worden van ongevallen met gevaarlijke stoffen. De provincie werkt hierin samen met gemeenten en veiligheidsregio’s. Transport, opslag en verwerking van gevaarlijke stoffen worden op elkaar afgestemd om de kans op risico’s te beperken. Risicovolle bedrijven worden geclusterd, daarnaast wordt waar mogelijk overgegaan op veiligere productieprocessen.
Het landelijke externe veiligheidsbeleid wordt momenteel gemoderniseerd (modernisering omgevingsveiligheid), waarbij gewerkt gaat worden met aandachtsgebieden voor brand, explosie en toxiciteit rond risicovolle activiteiten. Dit nieuwe omgevingsveiligheidsbeleid wordt samen met de Omgevingswet geïmplementeerd.

• De provincie voert het secretariaat, inclusief kassiersfunctie, voor het landelijke programma Impuls Omgevingsveiligheid (2020 is het laatste jaar voor dit programma).
• Door beëindigen van het programma Impuls Omgevingsveiligheid is het van belang de inzet voor landelijke samenwerking op het terrein van omgevingsveiligheid voor de periode 2021 – 2024 verder vorm te geven.
• Implementatie van modernisering omgevingsveiligheid in een geactualiseerd (beleidsneutraal) beleidskader.
• Zorgdragen voor adequate basisinformatie met betrekking tot externe veiligheid.
• Voeren van lobby “minder gevaarlijke stoffen over spoor door stedelijk gebied”/betrokkenheid bij wijziging basisnet spoorvervoer.
• Voortzetten van het beleid om knelpunten met verhoogd groepsrisico door bron- of ruimtelijke maatregelen op te lossen.

De provincie wil gezondheidsrisico’s als gevolg van bodemverontreiniging reduceren tot een aanvaardbaar niveau en ruimte optimaal gebruiken voor de gewenste functies.

• Het saneren van alle spoedlocaties in Zuid-Holland.
• Het beheren – en waar mogelijk afbouwen – van nazorglocaties waarvoor de provincie verantwoordelijk is.
• Het uitvoeren van de nazorgwerkzaamheden op de gesloten WM-stortplaatsen conform de vastgestelde nazorgplannen.
• Gemeenten en omgevingsdiensten adviseren bij ruimtelijke processen op een integrale 3D-ordening.
• Stimuleren dat energieplannen van gemeenten verbreed worden naar ondergrondplannen.
• Provinciale data wordt gedeeld via een bodematlas en signaleringskaarten die voor iedereen beschikbaar zijn.

De nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2018-2021 biedt de kaders voor de inzet van het VTH-instrumentarium om te komen tot een veilige en gezonde leefomgeving, met name op het gebied van luchtkwaliteit, geluid en omgevingsveiligheid (opslag en transport van gevaarlijke stoffen).

• Het instrumentarium Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving inzetten om waar mogelijk andere provinciale ambities en doelstellingen te ondersteunen, onder andere door onderzoek naar kansen en beperkingen van het VTH-instrumentarium bij de energietransitie en transitie naar een circulaire economie.
• Monitoring en sturing van de uitvoering van de gemandateerde taken door omgevingsdiensten.
• In het kader van handhaving wordt indien noodzakelijk ingezet op verscherpt toezicht, zoals bijvoorbeeld bij het project Chemours en verscherpt toezicht bij ExxonMobil.
• Verdere uitvoering van het ontwikkelprogramma Altijd, Actuele, Digitale Vergunning.
• Voorkomen van emissies van (potentiële) Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) naar lucht, water en bodem. Onder andere via inventarisaties bij bedrijven van ZZS, actualisatie vergunningen en overleg Rijk over regelgeving.
• Stimuleren kennisuitwisseling en bevorderen samenwerking met en tussen omgevingsdiensten.
• Het doorontwikkelen van uitvoeringsbeleid in samenwerking met omgevingsdiensten, Interprovinciaal Overleg en de rijksoverheid.

De provincie heeft vanuit diverse taken een belangrijke rol bij het zorg dragen voor een gezonde en veilige leefomgeving. Het programma “Gezond en Veilig” heeft als ambitie om in al het provinciale beleid gezondheid als factor te benoemen en zo mogelijk te versterken. Centraal in de aanpak staat het zoeken naar en expliciteren van de provinciale rol en meerwaarde in het thema gezond en veilig. Op basis van bestaand beleid wordt toegewerkt naar een afwegingskader om effectieve keuzes te maken in het meekoppelen van gezondheid in provinciaal beleid en het faciliteren en uitvoeren van projecten, samen met de andere provinciale opgaven en met externe partijen, die bijdragen aan een gezond en veilig Zuid-Holland.

Veel elementen die bijdragen aan een gezond Zuid-Holland liggen gedeeltelijk in het domein van de provincie, maar vereisen samenwerking met partners in de regio. Naast het verder ontwikkelen van de provinciale rol in gezondheid in deze domeinen, wordt samenwerking gezocht met partners in de regio die zich inzetten voor hetzelfde doel. Samen met deze partners ontwikkelt zich zo een gedeelde visie en ambitie, waar men gezamenlijk op kan acteren.

De provincie streeft onder andere naar het voorkomen en verminderen van stress-gerelateerde ziektes door het aanbieden van soorten groen en een actieve betrokkenheid van mensen bij het groen in hun omgeving. Ook door het verder verbeteren van de milieukwaliteit, met een goede luchtkwaliteit, minder geluidhinder en een veilige leefomgeving zal invulling worden gegeven aan een gezonde en veilige leefomgeving.

In 2020 zal invulling worden gegeven aan:

• Het opzetten van een Programma Gezond en Veilig om vanuit gezamenlijke ambities te sturen op samenhang en innovatie en bevorderen van een gezonde en veilige leefomgeving.
• Het verbinden van mogelijkheden voor gezond en veilig in lokale en regionale pilots, aansluitend op lopende trajecten zoals De Groene Stad.
• Verkenning integraal beoordelingskader gezondheid.
• Opzetten van een kennisprogramma om zowel binnen de provincie als met geïnteresseerde externe partijen,

kennis te ontwikkelen en te delen. (in samenwerking met o.a. IPO en RIVM).

• Monitoring Gezond en Veilig Zuid-Holland.

De provincie bevordert de betrokkenheid van particulieren, bewoners en ondernemers bij het versterken van groenbeleving door de structurele inzet van vrijwilligers voort te zetten. Dit doet zij door de volgende acties uit te voeren.

Verkenning en startnotitie
Het thema sport en recreatie wordt verder verkend en er wordt een startnotitie gemaakt als voorbereiding op het vaststellen van het provinciaal sport- en recreatiebeleid. Als onderdeel van de verkenning en startnotitie wordt een voorstel gedaan om de effecten van het beleid te kunnen meten.

Behoefteonderzoek
Hoe mensen recreëren en sporten is gevarieerd en verandert steeds. Met het oog op gerichte en effectieve investeringen wordt gebruik, waardering en behoeften aan recreatie en sport verder in beeld gebracht. Geleidelijk wordt meer maatwerk mogelijk, dat aansluit bij de behoefte van de inwoners. Hiervoor wordt bijvoorbeeld een nieuw afwegingskader voor de toekenning van middelen ontwikkeld.

Samenwerken
Brede samenwerking is nodig en bij al deze investeringen wordt uitgegaan van aanzienlijke cofinanciering vanuit andere belanghebbenden, zoals gemeenten, bedrijven en terreinbeheerders. Hiertoe wordt met opdrachten dan wel subsidies gewerkt.
De provincie versterkt de samenwerking met terreinbeheerders en gaat op zoek naar een goede verdeling met betrekking tot de financiering van het beheer van recreatiegebieden.

In 2050 is Nederland klimaatbestendig en waterrobuust ingericht (nationale Deltabeslissing).
Er is in ons omgevingsbeleid nog geen beleidsbeslissing gekoppeld aan deze beleidsprestatie. Een voorstel daartoe op basis van bovenstaande Deltabeslissing is in ontwikkeling voor aanpassing van ons Omgevingsbeleid.

Om de ruimtelijke inrichting aan te passen aan en voor te bereiden op klimaatverandering en bodemdalingsproblemen in stedelijk gebied te beperken, voert de provincie de 7 stappen van het nationale Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) uit op thema’s die voor Zuid-Holland relevant zijn:

• Kwetsbaarheden in beeld brengen (stresstesten);
• Risicodialogen voeren en een strategie opstellen;
• Uitvoeringsagenda opstellen;
• Meekoppelkansen benutten;
• Borgen in eigen beleid en handelen;
• Faciliteren en stimuleren van deze aanpak bij anderen;
• Handelen bij calamiteiten.

Om invulling te geven aan deze stappen wordt in 2020:

• Uitvoering gegeven aan de Provinciale Adaptatie Strategie Weerkrachtig Zuid-Holland.Hierin zijn voor zes voor onze provincie relevante thema’s de handelingsperspectieven verkend om bovenstaande DPRA stappen uit te kunnen voeren. Die thema’s zijn: bebouwde omgeving, provinciale infrastructuur, zoetwater/drinkwater, groen en natuur, economie en weerbaarheid bij calamiteiten.
• Provinciale Omgevingsbeleid aangepast op het gebied van klimaatadaptatie en bodemdaling.
• Een Uitvoeringsagenda opgesteld die aangeeft op welke wijze de provincie Zuid-Holland bij de uitvoering van haar taken inzet op klimaatadaptatie en bodemdaling op de voor haar relevante thema’s.
• Intensief samengewerkt met gemeenten en waterschappen in de 7 DPRA werkregio’s in Zuid-Holland.
• Verder uitvoering gegeven aan de samenwerking met publiek/private partners in het kader van klimaatadaptief bouwen conform de afspraken in het Convenant Klimaatadaptief Bouwen Zuid-Holland.